Lees hier meer over de misverstanden die we regelmatig horen over wat effectief doneren precies is. Deze video legt de drie belangrijkste misverstanden uit.
De meeste mensen denken dat het ene doel hooguit anderhalf keer effectiever is dan het andere. En dat het dus niet veel uitmaakt aan welk goede doel ze geven. Experts schatten in dat sommige goede doelen 100x effectiever zijn dan anderen die aan hetzelfde probleem werken1. Er zijn zelfs projecten die een negatieve impact hebben, omdat ze bijvoorbeeld een slechter alternatief leveren of de lokale markt schaden2. Er zijn bijvoorbeeld veel verschillende manieren om slechtzienden en blinden te helpen. Zo kan je één blinde helpen door middel van een hulphond. Dit kost zo’n 40.000 euro3. Met ditzelfde geld kan je echter ook 400 mensen van extreme slechtziendheid genezen door een staaroperatie21.
De bekendheid of omvang van een goed doel zegt niets over hoe goed zij hun werk doen. De grootste Nederlandse goede doelen zijn bekender en besteden veel geld aan marketing en fondsenwerving. Mensen doneren naar aanleiding van pakkende reclames die inspelen op het sentiment en collectes die veelal door externe, (dure) professionele fondsenwervers worden uitgevoerd. Het maakt ze alleen nog niet effectief.
Er blijkt uit onderzoek dat goede doelen die een lager percentage overhead hebben niet effectiever zijn20. Hiertussen is geen verband. Om als goede doel zo effectief mogelijk aan hun doelstellingen te kunnen werken moet een organisatie goed bestuurd en georganiseerd zijn. Dat vraagt om talentvolle professionals en ervaren management. Daar hoort een passende salariëring bij. Dit is voor een goed doel niet anders dan voor een normaal bedrijf. Uiteindelijk gaat het om de effectiviteit van een organisatie per gedoneerde euro.
Een individuele donatie kan juist een groot verschil maken. Door het doneren aan een heel effectief goed doel kan je een duidelijke impact hebben op het leven van mensen, dieren of op het milieu. Voor 5 euro bescherm je een kind voor 2 jaar tegen malaria en voor 1 euro per jaar voorkom je dat een kind blind wordt (en kan overlijden) door een gebrek aan vitamine a21.
Alle problemen die makkelijk en goedkoop zijn om aan te pakken, zijn in rijke landen vaak al opgelost. De problemen die overblijven zijn vaak duur en lastig. Denk bijvoorbeeld aan een complexe ziektes als kanker of A.L.S. In arme landen worden eenvoudige, te voorkomen ziektes vaak nog niet aangepakt. Om deze reden kan je meer impact per euro hebben door te doneren aan goede doelen die zich richten op makkelijk en goedkoop aan te pakken problemen in arme landen4. Zo is een leven redden in het buitenland bijvoorbeeld een stuk goedkoper. In Nederland zijn de kosten van een gezond levensjaar zo’n 50.000 euro5. Terwijl je met ruim 3.500 euro al een leven van iemand uit Afrika kan redden door vitamine A suppleties uit te delen.
Zo’n 90% van de Nederlandse goede doelen geven hun geld in Nederland uit. Dat is zonde. Nederland is een rijk land. Alle problemen die makkelijk en goedkoop zijn om aan te pakken, zijn in rijke landen vaak al opgelost. De problemen die overblijven zijn vaak duur en lastig. In arme landen worden deze eenvoudige problemen vaak nog niet aangepakt. Om deze reden kun je meer impact per euro hebben door te doneren aan goede doelen die zich richten op makkelijk en goedkoop aan te pakken problemen in arme landen4. Zo is een leven redden in het buitenland bijvoorbeeld een stuk goedkoper. In Nederland zijn de kosten voor een gezond levensjaar zo’n 50.000 euro5. Terwijl je met ruim 3.500 euro al een leven van iemand uit Afrika kan redden door vitamine A suppleties uit te delen.
De overige 10% van de Nederlandse goede doelen komen niet door de strenge selectie van de onafhankelijke beoordelende instanties heen. Ook kan het zijn dat ze zich nog niet willen laten beoordelen.
Veel van de grote Nederlandse goede doelen redden niet direct levens, maar betalen voor onderzoek naar ingewikkelde ziektes (bijv. kanker). Hoewel onderzoek heel relevant kan zijn voor het verbeteren van de overlevingskans van mensen met deze ziekte in de toekomst, kun je er niet zeker van zijn dat je levens redt met een donatie aan onderzoek. Alle dure medicijnen en behandelingen bij uitgezaaide kanker blijken de laatste 10 jaar slechts tot 1 maand levensverlenging te leiden. Verder is er vaak geen geldtekort binnen onderzoek naar veel voorkomende ziektes, waardoor een donatie ook minder potentiële impact heeft. Zo zorgt bijv. 50 euro die je doneert, dat een dure onderzoeker één uur extra wordt betaald9. En dat terwijl er jaarlijks al 150 miljoen euro gedoneerd wordt aan onderzoek naar kanker10,11.
De ANBI status en het CBF-keurmerk zeggen niets over de impact die een goed doel behaald. Elke organisatie die een ‘algemeen nut’ dient en goed bestuurd wordt kan een ANBI status krijgen12. Een CBF-keurmerk kan een organisatie krijgen als deze transparant is en goed bestuurd wordt13. Verder moet de organisatie ook een plan hebben voor het maken en meten van impact. Of een goed doel ook daadwerkelijk impact máákt is daarbij geen criterium.
Rampen trekken veel media-aandacht en daarom wordt hier vaak veel geld aan gedoneerd14. Het gezegde ‘voorkomen is beter dan genezen’ geldt echter ook bij de aanpak van rampen15. Je kan dus meer impact hebben door aan goede doelen te doneren die inzetten op preventie. Het voorkomen van overstromingen blijkt bijvoorbeeld ongeveer 60 keer zo goedkoop als het oplossen van de problemen die zich voor zouden doen bij een overstroming16. Bij het voorkomen van droogte in sommige gebieden is dit zelfs 1800 keer.