Maak kennis met Bram Schaper, een van de meest inspirerende personen die ik in lange tijd heb ontmoet

Rutger Bregman | 14-12-2022

Soms kom je van die mensen tegen waar je gewoon héél erg blij van wordt. Het overkwam mij een paar maanden geleden, toen ik voor het eerst kennismaakte met Bram Schaper. Bram was als jongen al helemaal verzot op treinen. Machinist worden, dat was zijn grote droom.

Maar toen hij na de havo ging studeren, besloot hij zijn ambities nog verder op te schroeven. Hij wilde de directeur van de NS worden, de ‘baas van alle treinen’. En zowaar, Bram werd aangenomen bij de Nederlandse Spoorwegen en klom snel op binnen de organisatie. Het moet rap duidelijk zijn geweest wat voor talent hij was, maar ik denk dat ook zijn vriendelijkheid het verschil heeft gemaakt. Eerlijk gezegd ben ik niet vaak zo’n warme persoonlijkheid tegengekomen (‘survival of the friendliest’ noemen biologen dat!).

Op zijn 24e gaf Bram al leiding aan meer dan 200 mensen. Toen hij in Amsterdam verantwoordelijk werd voor alle machinisten, wilde hij zelf ook de opleiding voor machinist volgen. Zijn baas vond dat een rare vraag (‘Bram, op jouw niveau hoeft dat niet meer’), maar Bram geloofde dat het hem een betere manager zou maken – en het was ook gewoon zijn jongensdroom.

Bram mocht de opleiding doen, maar dan wel in zijn vrije tijd. Na een jaar had hij zijn ‘blauwe rijbewijs’ gehaald, en vanaf dat moment ging hij regelmatig in de spits vanaf Leiden Centraal met een ’twaalf bakken dubbeldekker’ naar zijn werk – als de machinist dus. ‘Op Amsterdam stapte ik uit en dan had ik weer een mooi ritje gemaakt.’

Natuurlijk liepen de andere machinisten weg met Bram, want ze hadden zelden zo’n betrokken manager meegemaakt. Maar Bram maakte weer promotie en werd verantwoordelijk voor alle servicemedewerkers op de stations, meer dan 1.400 mensen. Het was een zware baan; er moest gereorganiseerd worden. Bram kon vaak niet slapen van de stress, en dus liet hij zich steeds in slaap praten door een podcast.

En toen gebeurde het.

Op een nacht luisterde Bram naar een interview met Stijn Bruers, een moraalfilosoof uit België. Stijn vertelde over de beweging van het ‘effectief altruïsme’, een groep van bevlogen mensen die met hun beperkte middelen (tijd/geld/energie) zo veel mogelijk goed willen doen. Stel je voor, zei Stijn, dat je een brandweerman op zijn sterfbed vraagt wat het mooiste moment van zijn leven was. Stel dat hij zou vertellen over die ene keer, jaren geleden, dat hij op een avond een brandend huis binnenging, en een kind uit een ledikantje haalde.

Inderdaad, dacht Bram, dat zou een onnoemelijk betekenisvolle ervaring zijn. Maar, zo ging Stijn verder, als inwoner van een rijk land mét een goede baan kun je dit ieder jaar doen. Ieder jaar een leven redden, door te doneren aan de meest effectieve goede doelen.

Bram – inmiddels 34 jaar oud – kon nu helemaal niet meer slapen. ‘Ik werd er zo gretig van dat ik mezelf om half vier ’s nachts terugvond achter mijn laptop met het idee om moraalfilosofie te studeren.’ Bram wilde zeker niet weg bij de NS (‘het mooiste bedrijf dat er is’) maar besloot in ieder geval een flink deel van zijn salaris te doneren. Zo kwam hij in contact met de stichting Doneer Effectief.

Deze Nederlandse organisatie helpt mensen om de meeste ‘bang’ voor hun ‘buck’ te krijgen met hun donaties en nalatenschappen – of het nu gaat over de strijd tegen klimaatverandering, malaria, ongelijkheid, armoede of dierenleed in de vee-industrie. De organisatie selecteert de beste doelen op basis van onafhankelijk, wetenschappelijk onderzoek. Zo blijkt uit grondige studies dat je met een donatie van ongeveer 5.000 euro al *een leven kunt redden* (!) door te doneren aan The Against Malaria Foundation.

Bram maakte een afspraak met voorzitter Andrea de Wildt, en vertelde dat hij graag een paar uur in de week vrijwilligerswerk zou doen. Maar ze waren nog geen kwartier in gesprek, toen Andrea hem onderbrak en zei: we zoeken een nieuwe directeur voor onze stichting. Zou dat niets voor jou zijn?

Uren later stapte Bram weer in de trein naar huis, liep hij naar zijn appartement met uitzicht over Leiden Centraal, en vertelde hij zijn partner Carine:

‘Ik denk dat ik mijn baan ga opzeggen bij de NS.’ 

‘Dan heb je vast een leuke middag gehad,’ reageerde zij droogjes.

De verbazing bij de directie van de NS was enorm. Als iemand tot zijn pensioen voor de Spoorwegen zou werken, dan was dat toch Bram? En waarom zou je bijna de helft minder willen verdienen als enige werknemer van een kleine stichting met slechts tien vrijwilligers?

Het verbaasde Bram zelf ook. Hoe vaak had hij wel niet een NS-speldje opgespeld bij een collega? Zo’n zilveren speldje bij 25 jaar dienstverband, en een gouden bij 40 jaar? Op menig jubileumfeest had Bram een mooi woordje gedaan, want hij wist hoe verknocht mensen konden zijn aan hun werk bij de NS – dat was hij zelf immers ook. ‘Het voelde soms bijna alsof ik dat speldje bij mezelf op spelde, want ik wist dat het een kwestie van tijd was voordat ik er ook één had.’

No alt text provided for this image
Bram in zijn appartement met NS-kleurig interieur.

Maar het liep anders. Bram gooide het roer om. Op 1 augustus van dit jaar ondertekende hij de ‘giving pledge’ van de Britse zusterorganisatie Giving What We Can. Daarmee beloofde hij om de rest van zijn leven minstens 10 procent van zijn inkomen te doneren aan de effectiefste doelen. Maar nog veel belangrijker was wat Bram met zijn tijd ging doen, want diezelfde dag trad hij officieel in dienst van Doneer Effectief.

Dit is nu wat ik ‘morele ambitie’ noem. Ik heb zo’n enorme zwak voor mensen als Bram, die niet alleen praten, maar ook doen. Die niet alleen de bezwaren zien, maar ook de mogelijkheden. En die tegelijkertijd bewijzen dat je ongelofelijk ambitieus én vriendelijk kunt zijn.

De directe collega’s van Bram waren verdrietig, geschokt of zelfs boos toen hij vertelde dat hij vertrok. Maar niet veel later gingen ze met de pet rond binnen de organisatie, en haalden ze een flinke zak geld voor hem op. (Of althans, hij mocht het goede doel uitkiezen waar ze het bedrag aan zouden doneren.)

Ik hoop dat mensen als Bram, organisaties als Doneer Effectief en ook de net opgerichte Tien Procent Club nog veel meer mensen kunnen inspireren om – in hun eigen woorden – geven ‘normaal, effectief, sociaal en leuk te maken’. Hoe het ook zij: mocht je voor deze decembermaand – of voor de rest van je leven – nog zoeken naar een goed doel, zoek dan niet verder en neem een kijkje op doneereffectief.nl!

De foto’s van Bram zijn gemaakt door fotograaf Maartje ter Horst, die niet geheel toevallig ook mijn vrouw is 😉

Orange cross