“De boer zit gevangen in ons voedsel- en landbouwsysteem” aldus hoogleraar Jan Willem Erisman. Die gevangenschap wordt “gestimuleerd door een consortium van bedrijven daaromheen. Hun verdienmodel is dat als de boer meer produceert, zij meer verdienen.” Meer dan een miljoen kijkers van Lubach’s avondshow hoorden het hem zeggen in een item over ‘agrireuzen’ dinsdag 7 maart.
Agrireuzen zijn voeder-, kaas- en slachtgiganten die miljarden verdienen aan de huidige boerenbusiness. Je ziet of hoort ze niet, maar ze betalen grof geld om op de achtergrond boeren te gebruiken in wat feitelijk hún protest is tegen de stikstofmaatregelen. Vanuit de coulissen beïnvloeden zij op polariserende wijze het publieke debat en geven niet thuis als je met hen wilt spreken. De agrireuzen zijn daarmee machtige, ogenschijnlijk ongrijpbare systeembeïnvloeders. Het is prijzenswaardig dat Lubach deze perversie blootlegt.
Wat ik miste is de andere kant van deze systeembeïnvloeding. Lubach laat de kijker geïnformeerd, maar ook wat gedesillusioneerd achter. Impliciet lijkt de boodschap: het systeem is zoals deze is. Daar kan je niets aan doen.
Het tegendeel is waar. Dat kan je wel.
Nee, niet door zelf een tegenprotest te organiseren of onze driekleur te hijsen met rood in top. Niet door een online petitie te tekenen of boersympathisanten te ghosten. De meest effectieve manier om dit schade makende systeem te veranderen is door het structureel laten wegvallen van de vraag naar dierlijke producten. Prachtig als je daarin zelf een voorbeeld neemt door minder dieren(producten) te eten, maar het kan nog veel, veel effectiever.
Er is een non-profit organisatie die ons voedselsysteem radicaal verandert: The Good Food Institute. Zij werken aantoonbaar effectief aan het laten wegvallen van de vraag. De organisatie maakt het wereldwijde voedselsysteem beter voor onze aarde, mens en dier. Samen met wetenschappers, bedrijven en beleidsmakers richten teams van GFI zich op het lekker, betaalbaar en toegankelijk maken van plantaardig en gekweekt vlees. Als je wat wil doen, steun GFI. Dit is met afstand ‘your best bet’. Waarom? GFI wordt keer op keer door onafhankelijke, wetenschappelijke onderzoeksinstituten, zoals Animal Charity Evaluators, FoundersPlegde en GivingGreen als top-organisatie beoordeeld. Per gedoneerde euro verandert GFI het huidige voedselsysteem het meest effectief.
Hoe werkt dat?
Deze vraag leg ik voor aan Stijn Bruers, moraalfilosoof en rationeel ethicus. Hij stelt dat de vermindering van de veestapel onvermijdelijk is door investeringen in de ontwikkeling van diervrije eiwitten zoals plantaardige vleesvervangers, precieziefermentatie en celkweekvlees. Hij rekent voor: “omdat er momenteel nog te weinig investeringen zijn, kun je die afbouw van de veestapel helpen versnellen met een donatie aan GFI.
Kijken we naar de huidige investeringen en de snelheid waarmee diervrije eiwitten worden ontwikkeld, dan kun je met een paar honderd euro die afbouw van de veeteelt met pakweg een seconde versnellen, omdat consumenten een seconde sneller overschakelen op diervrije alternatieven voor vlees.
Zo’n seconde lijkt niet veel, maar wereldwijd worden meer dan 2000 dieren per seconde geslacht. In termen van stikstofuitstoot komt dat neer op meer dan 2 kilogram reactieve stikstof die per seconde in het milieu terecht komt door de mondiale veeteelt. Bij de productie van diervrije eiwitten komt er tien keer minder stikstof in het milieu. Dit betekent dat je met een euro aan GFI ruw geschat 10 kilogram stikstof in het milieu kunt vermijden. Ter vergelijking: een gemiddelde Nederlander heeft een stikstofvoetafdruk van 40 kg per jaar.”
Ik breek een lans voor GFI, omdat een alternatief voor dierlijke eiwitten essentieel is om te voldoen aan de wereldwijde doelstellingen op het gebied van klimaat, gezondheid, voedselzekerheid en biodiversiteit. Doelstellingen die horen bij een nieuw systeem. Een systeem zonder agrireuzen. Wil je helpen het tij te keren: doneer aan GFI.
