Het zal een jaar of zes geleden zijn dat ik de stap van een vegetarisch naar een veganistisch (volledig plantaardig) dieet maakte. Om (nog) gezonder te eten, milieuschade te beperken en dierenleed te verminderen. Voor wat betreft dat laatste argument heeft deze dieetaanpassing waarschijnlijk meer dierenleed veroorzaakt dan voorkomen. Hoe zit dat?
Ik las ‘Naar een vegan wereld’ van Tobias Leenaert. Een boek dat ik elke plantaardigert aanraad. Natuurlijk laat een boek zich niet samenvatten in een paar zinnen, dus laat ik het houden bij een statement waardoor ik me direct aangesproken voelde: ‘een consistent vegan dieet is overrated’. Want, als het verminderen van dierenleed een belangrijke waarde van je is, dan heb je meer impact door anderen te beïnvloeden vlees en vis te minderen dan zelf perfect plantaardig te eten. Een naar anderen toe 100% consistente veganist (ik dus) leidt eerder tot afkeer dan tot de aantrekking van anderen die best bereid waren geweest om moeite te doen om vlees of vis te minderen. Hoeveel mensen denken bij mij: ‘daar heb je die veganist weer; laat me met rust!’
Daarnaast geeft 43% van de ex vegans/vegetariërs aan dat het te moeilijk was om ‘puur te zijn’. Velen volgen daarna hun oude dieet. Essentie: het dogmatische ‘all or nothing’- principe leidt tot meer dierenleed dan een meer elastische opvatting richting niet-veganisten.
Ik vind dit een verademing. Ik realiseer me hoe onaantrekkelijk kritisch ik ben als ik bij mijn ouders eet die zo hun best doen om plantaardig te koken, maar even vergaten wat er in pesto zat. Of wat ik allemaal predikte over vlezige borrelhapjes ten overstaan van m’n collega’s tijdens een ‘gezellige’ borrel. ’t Is al met al erg ineffectief dus.
Tegelijkertijd herken ik me in het feit dat het af en toe moeilijk is om 100% consistent te zijn. Er soms momenten waarop ik ‘marchandeer’: omdat een Berliner bol bij Oud & Nieuw hoort of omdat er tóch slachtafval in m’n kokosbrood bleek te zitten. Laatst snakte ik hongerig naar een kaasstengel tijdens een vegan hapjesloze receptie om vervolgens het hapje zo onopvallend mogelijk op te eten. Als het even tegenzit, voel ik me er nog schuldig bij ook. Conclusie: hier koop ik niets voor en de dieren al helemaal niet. De kunst is om niet een te krampachtig beeld af te geven over plantaardig eten. Effectiever is het om mild te zijn naar mezelf en naar anderen. Zo verleid je meer om te minderen.
